Fred Schermer:
"Het is niet gemakkelijk om zomaar vanuit een 'vacuum' van
twaalf jaar Fred opnieuw neer te zetten. Zoals je weet heeft Fred heel erg veel
voor mij betekend; me op een diepte geraakt waar niet velen hebben kunnen danwel
mochten komen. Ik weet ook niet of deze herdenking juist bedoeld is om 'gewoon'
Fred in zijn eigen doen en laten neer te zetten of juist vooral aandacht te
schenken aan wat voor een indruk hij heeft achtergelaten; ik wil dit samen met
jullie creëren en het eindresultaat iets laten zijn wat geen een -enkel-
persoon gemaakt heeft. Ik denk dat ik het volgende voorbeeld vooral gekozen
heb om de vrijheid voor eenieder te symboliseren waar Fred juist heel erg van
hield; dat je vooral de weg volgt waarvan je vindt dat je die moet volgen, zelfs
al zijn daar mogelijk geen goede (sociale) redenen voor. Met dit gedicht wil
ik aangeven dat jouw bijdrage niet perse verschrikkelijk diep of pijnlijk hoeft
te zijn dat als je wilt je juist alleen zijn warme stem en lach mag neerzetten
maar tegelijkertijd dat je ook wel diep mag gaan.
Ik heb dit gedicht geschreven nadat ik naar San Francisco vertrokken ben. Ondanks
het feit dat het Bill was die mij mijn nieuwe leven introk en me opnieuw gelukkig
maakte, was ik tegelijkertijd veel met Fred bezig en met mijn 3 jaar met hem
en dat gebeurt soms nog steeds, want Fred heeft een indruk gemaakt die
ik mijn leven lang met me meedraag. Fred heeft me iets geleerd dat ik voordien
niet wilde aanvaarden. Ik schrijf daar niet over in dit gedicht. In dit gedicht
wordt mijn zucht naar het verleden verwoord en ook al lijkt het also ik over
Rotterdam in het algemeen spreek, het is Fred die de onderliggende boventoon
voert."
Rotterdam, je bent in mijn gedachten, Rotterdam, ik kon dat
wel verwachten
het is hier goed, maar door mijn bloed stroomt toch de Nieuwe Maas.
Soms opeens dan zijn er van die dingen, draaiend om zoete herinneringen
zo'n moment is zo bekend, 'k leef even in een waas.
En ik wandel over Oud en Nieuwe Binnenweg, je lacht om mij nadat
ik iets geks heb gezegd
ik heb mijn arm geslagen om mijn beste vriend; en ik bedenk hoe makkelijk geluk
toch is verdiend.
Rotterdam, zou ik het nog herkennen, langs jou heen opnieuw
de weg verkennen
is 't een keus, een wassen neus, de toekomst van een dwaas?
Diep in mij weet ik dat ik niet twijfel, al te vaak schiet dit
gevoel in mij vol
in mijn hoofd raak ik verdoofd, en 'k loop weer langs de Maas.
Ik bevind me op de Blaak en ook het Vasteland, de zon die schijnt,
jij knijpt me stevig in mijn hand
de zorgen zijn voor morgen, de pijn die is voorbij, bij jou ben ik geborgen,
voel me veilig, ik ben vrij.
Langs de Maas, langs de Nieuwe steeds weer nieuwe
Maas, loop ik uren in een roze waas
langs de Maas kom ik weer tot rust, elk geraas dat niet in mij blust neemt de
Maas steeds nog met zich mee
naar zee.
Rotterdam, jij bent in mijn gedachten, Rotterdam, ik kon dat
wel verwachten
't is hier goed, maar door mijn bloed stroomt toch de Nieuwe Maas.